Praktijk: Rattenjagen bij pluimveebedrijven

Afgelopen week ben ik door de bekende Limburgse rattenjager Peter Peeters uitgenodigd om mee te kijken bij zijn aanpak van ratten in Brabantse kippenstallen. Het ging om een pluimveebedrijf met leghennen, waar gewone eieren en scharreleieren worden geproduceerd.

De stal met koloniehuisvesting (voor goedkopere eieren) is minder ruim dan de stal waar kippen op de grond kunnen rondscharrelen. In beide stallen had de pluimveehouder te kampen met een forse populatie zwarte ratten. Op zich is dat niet bijzonder. Vrijwel alle pluimveehouders hebben min of meer overlast van ratten. Het mag echter niet uit de hand lopen, want als de rattenpopulaties te groot worden neemt de kans op besmetting met ziektes toe.

Wat dat betreft is de pluimveesector een getraumatiseerde bedrijfstak die behoorlijk heeft geleden en nog steeds lijdt onder de vogelgriep. Er zijn talloze bedrijven geïnfecteerd en daarbij moesten honderdduizenden kippen worden geruimd. Het niveau van preventieve maatregelen om besmetting te voorkomen is daarom zeer hoog. Ook ratten kunnen besmettingen veroorzaken en daarom is er veel inzet op het beheersen van rattenpopulaties.

Helemaal omkleden! Alleen je onderbroek mag je aanhouden

Voordat wij de stal kunnen betreden moeten we ons omkleden. Alle kleding (m.u.v. onderbroek) moest uit en we kregen een schone set kleren (joggingbroek, T-shirt, sokken en petje). Daarmee gingen we de eerste sluis in en daar konden we instappen in een paar klompen. In de tweede sluis kreeg je een overall. Vervolgens stap je dan over in een paar laarzen die in een derde sluis staan. De klompen blijven achter in de tweede sluis. En dan sta je in een stal met 20.000 scharrelkippen die allemaal zitten te slapen. Het is daar warm, stoffig en pikdonker. De kippen fungeren als kacheltjes.

De kippen zitten hoog en de rattenjager heeft een vrij schootsveld

De kippen zitten allemaal hoog en het ziet er ruim uit. De roosters waarop kippen eten, drinken en hun eieren leggen zijn vrijwel leeg. Deze boer werkt eraan om de kippen ‘s-nachts op de stokken te krijgen. Hij doet dat met de verlichting, waarbij hij van onderaf de lichten uitschakelt. Deze aanpak zorgt ervoor dat eventuele dode kippen snel worden gevonden en kunnen worden opgeruimd. Het is ook heel handig voor de rattenjager. Immers de ratten gaan voor het voer dat op de legroosters wordt aangeboden. Hij hoeft dan geen rekening te houden met kippen die mogelijk in het schootveld kunnen zitten. Deze aanpak is overigens een uitzondering. De meeste kippenboeren gaan niet zo zorgvuldig met hun kippen om en laten ze ook op de roosters zitten. Je hebt dan als rattenjager een minder gunstige uitgangspositie.

Onder de legroosters lopen mestbanden, waar de kippenpoep op terecht komt. Deze banden voeren de mest af naar een put. Ratten zitten ook veel op deze mestbanden en in de mestput.

Kwetsbare installaties waar je zeer gericht moet schieten

Omdat ik voor het eerst in deze omgeving moet rattenjagen, krijg ik uitleg van de kippenboer. Hij wijst mij op de watersystemen waar kippen (en ook ratten) van kunnen drinken. Dit zijn een soort ventielen, die water afgeven als kippen deze aanraken. De hele installatie zit vol met dit soort nippels met talloze toevoerleidingen. Het voer wordt gedistribueerd in een soort goot met daarin een transportsysteem. Allemaal kwetsbare installaties, waarmee je bij het schieten rekening moet houden.

Zwarte ratten

Peter Peeters komt in zijn werkgebied in dergelijke stallen meestal zwarte ratten tegen. Deze zijn lastig te bestrijden, omdat ze klein en bewegelijk zijn. Ze klimmen overal bij op en ze zitten vaak op hoge plekken tussen de kippen. Als ze willen foerageren komen ze naar beneden op het legrooster en dan komen ze in beeld. Soms zie je ze drinken van de waterventielen en dat is een mooi moment om ze af te schieten. Maar als ze in de voergoot springen dan zijn ze moeilijk voor de loop te krijgen en moet je wachten tot ze daar weer uitkomen.

Je moet razendsnel mikken en toch heel voorzichtig schieten

De ratten kunnen overal opduiken en zijn ook snel weer weg. Als rattenjager moet je snel zijn. Als je een rat hebt gespot moet je deze meteen op de korrel te nemen en afschieten, anders is hij alweer weg. Het is heel dynamisch en je moet opletten dat je de rat goed raakt en geen schade veroorzaakt. Ik moet toegeven dat ik tijd nodig had om me in te stellen op deze dynamiek. Na wat zoeken naar een goede positie en het instellen van de schietstok kon ik aan de slag. Daarbij werd ik geholpen door de kippenboer die met een warmtebeeldkijker aan het spotten was. Hij zag de ratten aankomen en wees mij op de plek waar ze waarschijnlijk in beeld zouden komen. Ik kon dan vooraf de afstand meten (LRF) zat klaar om te schieten.

Oefening en opleiding in een nieuwe markt

Volgens Peter Peeters die veel ervaring heeft met pluimveebedrijven is dit een onontgonnen markt voor rattenjagers. Ook de kippenboer is ervan overtuigd dat de meeste collega-bedrijven dergelijke rattenproblemen hebben, waar de reguliere ongediertebestrijding geen antwoord op heeft. Hij was meer dan tevreden over de resultaten van Peter en denkt erover om zelf de cursus voor rattenjagen te gaan doen. Hij is ervan overtuigd dat je met afschot de rattenpopulaties beter kunt beheersen.

Omdat ik in mijn klantenkring geen pluimveehouders heb, ben ik bij Peter Peeters op excursie gegaan om de kneepjes van zijn aanpak te leren. We hebben er uitgebreid over gesproken en hij heeft mij een oefening laten doen in een stal met scharrelkippen. Volgens hem is dat gemakkelijker door de ruimte die je daar hebt. De volgende stap is dat je aan de slag gaat in een stal met koloniehuisvesting. Dat is veel nauwer en ben je echt tussen de kippen aan het schieten. Het is dan nog belangrijker dat je ook echt raakschiet en het kogeltje in de rat blijft hangen. Volgens Peter is dit nog een stuk lastiger, maar nog altijd effectiever dan elke andere methode.

Door de enorme omvang van de stallen is Peter soms weken bezig om in alle hoeken van dergelijke bedrijven de ratten onder de duim te krijgen en te houden. Hij experimenteert daarom met een aanpak waarin met meerdere rattenjagers tegelijk een pluimveebedrijf wordt bediend. Hij heeft echter moeite om goede rattenjagers aan zich te binden. Ook vindt hij dat de opleiding voor rattenjagers meer aandacht zou moeten besteden aan de specifieke aanpak voor pluimveebedrijven. Dit is een handschoen die Henk Fennema en ik wel willen oppakken.

We kunnen ook onze community (Whatsapp groep voor pluimveebedrijven) inzetten om ervaringsdeskundigen bij elkaar te brengen. Ik zal dat gaan regelen. Ondertussen ga ik ook actief op zoek naar een pluimveebedrijf in mijn werkgebied om meer ervaring op te doen. Wordt dus vervolgd….

4 gedachten aan “Praktijk: Rattenjagen bij pluimveebedrijven”

    1. Albert,
      Ik heb nog even nagevraagd bij de kippenboer of ik de juiste term gebruik voor de installaties die ik heb gezien. Het gaat om koloniehuisvesting. Ik heb het aangepast.

  1. Dag Jos, leuk artikel.
    Bij mij was al jaren bekend dat pluimvee bedrijfen last hebben van ratten, ook in Zuid-Holland, maar je hangt als boer de vuile was niet buiten betreffende ongedierte, mede omdat de rat een ziekte verspreider is, ook onder de kippen.
    Ik heb in het verleden mee gemaakt met mijn andere “hobby” dat ik een oefening ging uitzetten bij een boerenbedrijf en dan in de herfstavonden en de deur van een kippenschuur open trok en met mijn zaklantaarn naar binnen scheen naar de kippen die netje op stok zatten en niet voor niets, ik schrok me dan rot omdat het onder de kippen krioelde het van de bruine ratten, ze waren zo groot als katten en allemaal zatten ze op het kippenvoer, dus het verbaasd mij niets dat dit ook in beeld komt voor de opgeleide rattenjager en dan om dit te gaan bestrijden, dus heel goed dat je dit onderwerp op de kaart zet, succes met de verdere uitwerking.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *